In de commissie Sociale Zaken in de Kamer is (maandag 9/11) een akkoord bereikt rond het steunpakket voor horeca en andere verplicht gesloten sectoren. Helaas vroeg oppositiepartij N-VA een tweede lezing. Daardoor wordt de deadline van 15 november niet gehaald en zullen deze werkgevers voor het derde kwartaal toch betalingsuitnodigingen vanwege de RSZ ontvangen. Met andere woorden: de diensten van de RSZ hebben nu geen wettelijke basis om vrij te stellen. De werkgevers in die sectoren –velen met het water aan de lippen- zullen de sociale bijdragen voor het derde kwartaal toch moeten betalen doordat N-VA een tweede lezing vroeg.
Wat op tafel ligt, kan worden samengevat in drie grote lijnen: 1) vrijstelling RSZ-werkgeversbijdrage voor het derde kwartaal van 2020, 2) subsidies voor de eindejaarspremie in de horecasector, 3) Dubbel overbruggingsrecht voor zelfstandigen die moeten sluiten, in oktober en november 2020. Dit zijn uitzonderlijke maatregelen. Ze zijn bedoeld om de hardgetroffen sectoren, die met verplichte sluiting te maken hebben, te ondersteunen.
De coronacrisis laat zich niet alleen voelen op vlak van de gezondheid. Ook de economische impact van de crisis is enorm. We moeten die zelfstandigen steunen, waar mogelijk. Daarom kwam we dit steunpakket overeen.
Werkgevers in de sectoren die verplicht gesloten zijn (bijvoorbeeld: horeca, winkels die geen essentiële zaken verkopen, pretparken, bioscopen, kapsalons…) zouden een RSZ-premie krijgen die gelijk is aan de RSZ-werkgeversbijdragen voor het 3e kwartaal van 2020. In de praktijk komt dit dus neer op een vrijstelling van die RSZ-werkgeversbijdragen voor Q3. Door de tweede lezing die gevraagd is door N-VA zal de deadline van 15 november niet gehaald worden en zullen de betalingsuitnodigingen vertrekken. Onbegrijpelijk dat N-VA dit tegenhoudt.
Vakantiegeld horeca
Specifiek voor de horecasector zou een subsidie van 167 miljoen euro worden toegekend aan het Waarborg-en Sociaal Fonds voor de horeca. Dat fonds is voor die sector verantwoordelijk voor de uitkering van de eindejaarspremies. Door de lange periode van sluiting kwam de financiering van dat fonds in gedrang. Hier wilden wij bijspringen, zodat de werknemers in die sector toch hun vakantiegeld kunnen ontvangen. Voor de gewerkte periodes blijven de werkgevers de bijdragen aan het fonds verschuldigd. De subsidie mag enkel worden gebruikt voor het effectief uitbetalen van eindejaarspremies, niet voor uitgaven die het fonds heeft inzake personeelskosten, werkingskosten en investeringen. Op die manier zouden de horeca-werknemers toch krijgen waar ze recht op hebben.
Dubbel overbruggingsrecht
In de maanden oktober en november 2020 zou een dubbel overbruggingsrecht worden toegekend aan:
- alle zelfstandigen die verplicht moeten sluiten. Voorbeelden: zaakvoerder van een café, van een restaurant (ook indien take-away wordt aangeboden), van een nachtwinkel, van een kledingszaak, van een kapsalon enzovoort.
- alle zelfstandigen die actief zijn in sectoren die afhankelijk zijn van sectoren die verplicht moeten sluiten en die omwille van deze maatregelen, daadwerkelijk en volledig elke zelfstandige activiteit moeten onderbreken bijv. een brouwer die bijna uitsluitend levert aan de horeca en zijn activiteit volledig onderbreekt
Het bedrag van het dubbel overbruggingsrecht is gelijk aan 2.583,38 euro voor alleenstaanden en 3.228,20 euro voor zelfstandigen met gezinslast. Op die manier zorgen we ervoor dat mensen die –ongewild- hun zaak niet mogen openhouden, financieel toch voldoende ondersteund worden.
De tweede lezing zal volgende week plaatsvinden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.